Loslaten

LOSLATEN – OP WEG NAAR NIEUWE RUIMTEN

Wanneer we de zolder of garage opruimen komen we waarschijnlijk meerdere dingen tegen waarvan we ons afvragen of we die weg zullen gooien of nog even moeten bewaren. We hebben misschien allemaal wel eens iets weggedaan waar we achteraf toch spijt van hadden – en daaraan denkend kan het moeilijk worden om iets weg te doen. Het is veiliger om maar alles te bewaren want je weet maar nooit of je er ooit spijt van krijgt……

Maar onze zolders en kelders zijn niet groot genoeg om alles wat we zo verzamelen altijd te bewaren. Soms moet er ruimte worden gemaakt voor ‘nieuwere’ spullen die we een plekje willen geven.

Hoe doe je dat dan, beslissen wat er wel en wat er niet weg kan, wat je wel en wat je (nog) niet los kan laten? Hiervoor is een “naar binnen keren” nodig, eigenlijk een meditatieve bezinning op dat ding daar, op de waarde die het voor je heeft. Je moet leren voelen, leren waarnemen of je al afscheid ervan hebt genomen of op dit moment er afscheid van kan en wil nemen.

Wanneer we ons nu afwenden van de weg naar binnen en eens naar buiten kijken, dan zien we dat in de natuur in dit jaargetijde, de herfst, ook een loslatingsproces aan de gang is: in de natuur wordt afscheid genomen – van de bladeren, van bloemen, van vruchten, van hele planten waar het éénjarige betreft. Ook al zijn wij er misschien nog helemaal niet rijp voor om alweer de herfst en winter in te gaan, in de natuur is het tijd voor afscheid, voor loslaten. De natuur trekt zich terug, gaat de weg naar binnen – en dit terugtrekken is nodig om het nieuwe leven in het volgende voorjaar mogelijk te maken. In de winter, waarin zoveel losgelaten is, wordt in de aarde hard gewerkt aan de toekomst.

In mijn praktijk kom ik regelmatig mensen tegen die allerlei klachten hebben omdat ze in een situatie zitten waarin ze krampachtig vasthouden aan iets, dat niet meer goed voor ze is maar dat ze nog niet kunnen loslaten.

Kortgeleden nog kwam iemand die al een tijdje onder behandeling was en met wie het al heel goed ging met de mededeling dat zij sinds een paar dagen zo’n pijn in haar benen, speciaal in haar knieën, had en ook weer in haar rechter hand – een klacht die bijna verdwenen was. Ik vroeg haar of er misschien iets emotioneels was voorgevallen – nee, ze kon echt niets bedenken wat de oorzaak zou kunnen zijn. Tot ze, tegen het eind van de ritmische massage, opeens zei: "Ja, ik denk dat ik nu toch weet wat de oorzaak van die pijn is: ik moet mijn kamer in ons huis gaan opruimen omdat de spullen er bijna uit puilen. En ik weet dat ik dan allerlei dingen, vooral pappieren, tegen kom die met projecten te maken hebben waar ik in het verleden mijn hart aan verbonden had maar die ik niet af heb gemaakt door omstandigheden" (moeder worden). Voor haar was de confrontatie met die papieren moeilijk – ze had nog moeite met het feit dat ze er niet meer aan kon werken omwille van haar kinderen. Ze had al die mappen dan ook nog niet weggedaan. Maar nu liet de beperktheid van de ruimte niet langer toe dat ze alles bewaarde – een moment om zich te bezinnen op de mogelijkheid van loslaten.Aan haar ik-wezen (zich manifesterend in de knieën) werd een extra opgave gesteld, n.l. er voor gaan staan.

Een andere patiënt vertelde dat zij zich zo ergerde aan haar echtgenoot die niet met haar mee wilde naar allerlei cursussen en andere activiteiten. Ze had het gevoel dat zij flink in ontwikkeling was en dat hij achterbleef, niet samen met haar ook diezelfde ontwikkelingsweg ging.

Hier ligt hetgeen zou kunnen worden losgelaten op een ander niveau: deze vrouw moet eigenlijk haar man een beetje loslaten – accepteren dat hij niet dezelfde weg bewandelt als zij, ofwel uit onvermogen of omdat zijn weg niet helemaal parallel loopt aan de hare. En in hoeverre moeten we in een relatie niet soms de ander beetje loslaten, of beter gezegd vrij laten  – juist opdat de relatie goed blijft? Dan is het de kunst om het niveau van sympatie en antipathie te overstijgen en een eigen weg te gaan, zonder de medemens tekort te doen maar hem in zijn eigen specifieke weg te blijven respecteren.

En dan het verhaal van het kind dat elke dag met zoveel tegenzin naar school gaat: elke dag weer die hoop dat het een beetje leuk zal zijn, dat ze er een beetje bij zal horen, dat er eens een leerkracht wat interesse toont, dat het vriendinnetje eens minder irritant zal doen – en elke dag de teleurstelling: “het was weer helemaal niet leuk”.                                                                                                                     Toen het besef doorbrak dat het voor haar nu eenmaal niet leuk was op school en dat ze er niets meer van te verwachten had, ging ze met een zekere berusting, met minder tegenzin naar school. Die resterende tijd die ze nog op die school zou moeten doorbrengen zou ze wel doorkomen! De meer ontspannen houding die ze nu aan kon nemen in de klas maakte dat ze veel minder moe thuis kwam.
Bij dit kind werkte het loslaten van verwachtingen heilzaam.

Soms kan iemand geholpen worden bij het loslaten door ritmische massage. De handgrepen die dan worden toegepast kunnen stromend zijn, ademend of ruimte-scheppend om het teveel vastgeklonkene in beweging te brengen. In de rustperiode na de massage werkt deze dieper door. Het lichaam en het etherlichaam 'herinneren' zich de dagen erna nog hoe de behandeling was en de ruimtescheppende werking is dan nog werkzaam.

Er is ook vanuit de antroposofiche fysiotherapie een behandelmethode, het zgn. pentagram, waarbij de innerlijke warmte (ik-organisatie) wordt verbonden met het lichaam waarbij nieuwe lagen in het bewustzijn kunnen worden wakkergemaakt. Dit maakt het de mens mogelijk om nieuwe wegen te bewandelen in verbinding met zichzelf.

Loslaten om nieuwe dingen toe te kunnen laten, om zo onze ontwikkeling zelf ter hand te nemen – in de herfst wordt het ons voorgedaan!

Adriaan Vervloet, fysiotherapeut                                                     september 2005