Zintuigen

De onderste zintuigen als poort naar de hogere.

Het is misschien aan enkelen van u bekend, dat de antroposofie méér zintuigen (of "zinnen")onderscheidt dan de vijf die in het dagelijks leven het meest in het oog springen. Naast zien, horen, proeven, ruiken en voelen kunnen er nog zeven zintuigen ontdekt worden!

Als antroposofisch fysiotherapeut ben ik vooral bezig met de zintuigen die het tasten, het waarnemen van het eigen lichaam en het evenwichtsgevoel betreffen. Dit worden door Rudolf Steiner de onderste zinnen genoemd. Van deze zintuigen zijn we ons in het dagelijks leven meestal niet zo bewust. In mijn behandelingen vraag ik de patiënt, zich te concentreren op zijn/haar lichaam en zich juist wél bewust te worden van allerlei innerlijke en aan de oppervlakte van het lichaam te ervaren gewaarwordingen

Ik zal enkele voorbeelden geven van de manier waarop ik werk met de bovengenoemde zintuigen.

Om te beginnen met het evenwichtszintuig:

een waardevolle oefening die ik vaak met patiënten doe, gaat als volgt. Ik vraag de patiënt te gaan staan. Ik ga achter hem/haar staan, leg mijn hand tussen de schouderbladen en vraag, wat hij/zij opmerkt in zijn/haar lichaam.

Er zijn dan opvallend uiteenlopende reakties. Sommigen melden dat er niets gebeurt. Anderen voelen hoe ze hun voeten en onderbenen schrap zetten, hun buik, nek en/of schouders spannen of zelfs hun hele lichaam krampachtig voelen verstijven.

De volgende stap in deze oefening is, dat ik nu niet alleen mijn hand tussen de schouderbladen leg maar tevens een lichte druk uitoefen, en de patiënt vraag te blijven staan - dus niet een stap naar voren te doen als reaktie op de licht-duwende beweging.

De reakties zijn nu sterker: meer spanning in de voeten en benen, buik of hele lichaam.

Bij het bespreken van de reakties maak ik duidelijk dat de meeste van al die spierspanning overbodig is: het is voldoende om de voeten wat steviger op de grond te zetten, in overeenstemming met de druk van mijn hand, dus alleen de spieren van voet en onderbeen wat aan te spannen. Al die andere krampachtige reakties zijn niet nodig, ze belasten het organisme onnodig.

Op deze manier probeer ik de patiënt duidelijk te maken, dat hij/zij ook in het dagelijks leven met (veel) te veel inspannende bewegingen en krampachtige spierspanning reageert in situaties, die met veel minder toekunnen. Vooral mensen met bijvoorbeeld RSI-problemen kunnen zich hierin herkennen. Door bewust waar te gaan nemen wat ze met hun eigen lichaam doen, kunnen ze verandering brengen in bepaalde - vaak sterk ingeslepen - bewegingspatronen en zo een aantal klachten verminderen of opheffen.

Dan is er natuurlijk het tastzintuig. Omdat een fysiotherapeut massage op de huid uitoefent, voelt de patiënt dit, hij/zij wordt in eerste instantie aangesproken in zijn/haar tastzin.

Bij mensen die zich heel kwetsbaar en open voelen en daarbij ook andere symptomen vertonen zoals snel overbelast en vermoeid zijn, kan door een massage op de huid via de tastzin een wakkerheid ontstaan, waarbij de patiënt vanuit zijn/haar innerlijk de handen dient te volgen van de fysiotherapeut. Daarmee kan de patiënt oefenen om datgene van wat buitenaf komt, buiten te houden , dus zelf te kunnen beslissen in wat wel en wat niet toegelaten wordt.

Ook kan het voor sommige mensen beter zijn, hen niet gelijk direct op de huid te masseren.

Voor hen is het beangstigend, niet-veilig, om gelijk maar op de blote huid aangeraakt te worden. Omdat ik een gevoel van veiligheid tijdens een behandeling uitermate belangrijk vind, ga

ik eerst aftasten in hoeverre een patiënt liever met kleren aan behandeld wordt. Ook dan - of juist dan - kan er wat gebeuren. De patiënt voelt wel degelijk dat er iets met zijn/haar lichaam gebeurt. Door het gevoel van veiligheid kan hij/zij deze gewaarwordingen toelaten. Binnenin kan dan langzaam een stuk welbevinden ontstaan omdat de eigen grenzen ervaren worden en de veiligheid van de situatie ervoor zorgt dat de patiënt weet dat deze grenzen ook gerespecteerd worden.

De patiënt ervaart na de behandeling een milde warmte die hoort bij de "ik-zin", waarvan ik alleen even kan aanstippen dat dit één van de hogere zinnen is.

Hiermee wordt meteen duidelijk dat met antroposofische fysiotherapie via het aanspreken van de lagere zintuigen, de hogere zintuigen "wakker" kunnen worden.

Adriaan Vervloet